Dier gevonden?

In het verleden moest u met een dood dier naar het politiebureau om een vervoersverklaring te halen. Met deze vervoersverklaring mocht u het dode dier 3 dagen onder u hebben om het binnen deze tijd naar een preparateur te brengen. Met de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming per 1 januari 2017 is deze regeling veranderd.

U kunt nu rechtstreeks met het te prepareren dier naar mij toe komen. Ik zal de administratie rond het dier verder afhandelen. Ik heb hiervoor uw gegevens nodig (naam, adres en telefoonnummer). Indien het een uit het wild afkomstige dier betreft, zullen deze gegevens samen met de soortnaam van de vogel of het zoogdier, de vindplaats en de (mogelijke) doodsoorzaak in een digitaal systeem van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) worden ingevoerd. 

Dit moet overigens nog altijd binnen die 3 dagen na de vondst van het dier gebeuren! 

Het dier krijgt een merkteken met een uniek nummer waaraan een controleur van de RVO kan herleiden wie het dier heeft geprepareerd en of de juiste procedure is gevolgd.

Let op bederf

Een dier is bedorven als:
• u voorzichtig aan de veertjes/haren (bijv. op de buik) trekt en deze laten los;
• u zachtjes met een vinger langs een ooglid wrijft en de veren/haren laten los;
• het dier duidelijk een 'rottende' geur afgeeft.

Bewaren

U dient het dode dier in een vriezer te bewaren, echter bij voorkeur niet bij consumptiegoederen i.v.m. hygiëne. Stop het dier in een plastic zak (zonder papier of kranten - de inkt geeft af op vacht en veren!) welke goed afsluitbaar is, bijvoorbeeld de zogenaamde Ziplock-zak of Stripzak met 'drukribbels'. Druk er zoveel mogelijk lucht uit. 

Maar het liefst krijg ik het dier zo "vers" als mogelijk binnen.